De Maastricht Studie krijgt vervolg
Deze zomer start de tweede fase van De Maastricht Studie. Er is voldoende financiering voor een herhaalonderzoek onder in eerste instantie 4.000 deelnemers aan fase 1 van de studie. Doel van fase 2 is om meer inzicht te krijgen in de oorzaken en gevolgen van diabetes en chronische ziektes. Ook moet duidelijker worden hoe snel en door welke factoren de gezondheid van mensen kan veranderen. De eerste deelnemers aan fase 2 kunnen in de komende maanden een uitnodiging verwachten om opnieuw mee te doen.
Bijna afgerond
Terwijl fase 2 wordt voorbereid, is fase 1 van De Maastricht Studie grotendeels afgerond. Binnenkort worden de resultaten bekend van de analyse van de data van 8.000 van de 9.000 mensen die in de studie zijn onderzocht. Daarmee is een verdere verrijking te verwachten van de eerder gepubliceerde resultaten van De Maastricht Studie. Die waren namelijk gebaseerd op de analyse van 3.400 deelnemers.
Rijke oogst
De eerste analyse leverde al een rijke oogst op. Het meest aansprekend is het inzicht dat dagelijks een half uur matig intensief bewegen mensen een grotere gezondheidswinst oplevert dan een paar keer per week intensief sporten. Ook liet fase 1 een verband zien tussen het hebben van diabetes en een klein sociaal netwerk. Deze en andere nieuwe inzichten leidden tot 75 wetenschappelijke publicaties over De Maastricht Studie. In totaal zijn er 24 wetenschappers gepromoveerd op data uit de studie.
Oorzaak en gevolg
Door in fase 2 dezelfde mensen opnieuw te onderzoeken, ontstaat er meer inzicht in oorzaak en gevolg van ziektes en de snelheid waarmee de gezondheid door bepaalde factoren kan veranderen. Daarvoor moet er voldoende tijd zijn tussen de twee onderzoeken en moet de onderzoekspopulatie groot genoeg zijn. Nu een herhaalonderzoek mogelijk is met in eerste instantie 4.000 deelnemers en de eerste metingen uit fase 1 bijna tien jaar achter ons liggen, wordt aan die voorwaarden voldaan. Het onderzoek in fase 2 zal op hoofdlijnen hetzelfde zijn als in fase 1. Alleen dan zijn de resultaten uit de twee studies immers goed te vergelijken.
Lees hier voor meer informatie het interview met Carla van der Kallen in de laatste nieuwsbrief van De Maastricht Studie.